Skip to main content
Article
It’s the science policy, stupid! Over wetenschapsfraude als bliksemafleider
Panopticon. Tijdschrift voor strafrecht, criminologie en forensisch welzijnswerk (2014)
  • Serge Gutwirth
  • Jenneke Christiaens
Abstract
In this article (in Flemish) scientific fraud is reconsidered taking into account firstly, the generic singularity of sciences; secondly, the plurality of scientific disciplines; and finally, the transformation of science into a competitive knowledge economy, submitted to the so-called “laws” of the market. The authors, rather than to join the chorus which focuses upon individualising etiological explanations that fuel moral outrage and repressive answers against the wrongdoer and a priori discharge other actors and factors, hold the assumed recent upsurge of scientific fraud against the background of the important shifts that have taken place in science policy since the 1970’s. The authors point out that these changes in science policy fundamentally denature science as a collective and cooperative practice based on mutual trust, into a individualistic competitive race with winners and losers. They wonder if the new environment should not be considered as conducive to fraud. In the conclusions they explore how scientist may deal with these opposed calls: how to continue to do science, when the science policy pushes us toward something else? How to resist?

Abstract in Flemish In deze bijdrage hebben we getracht een te enge blik op wetenschapsfraude als individueel wangedrag in vraag te stellen. Dat deden we door het spanningsveld uit te tekenen waarin de fraude wortel schiet : een complex spanningsveld tussen 1. de generische constraints die alle wetenschappen onder dezelfde noemer van wetenschap doen toebehoren (“objectiteit” en “collectieve verantwoordelijkheid”), 2. de pluraliteit aan wetenschappelijke praktijken en 3. de kolonisatie van deze pluraliteit door de logica van de knowledge economy en, hiermee verweven, door het evaluatiemodel van de experimentele wetenschappen. Dit spanningsveld dwingt de wetenschapper tot een constante reflexiviteit ten aanzien van zijn dagelijkse wetenschappelijke praktijk. Wetenschapsfraude blijkt daarbij slechts een bliksemafleider, een fenomeen in de marge van een veel prangender vraagstuk. Daarenboven is de uitvergroting van individuele fraudes het vehikel van een beeld van wetenschap dat op zijn minst betwistbaar of vernauwend is: het bevestigt a contrario de verkeerde idee dat de wetenschappelijke praktijk , zoals in topsport, het moet hebben van individuele prestaties in een competitieve markt, waarin eigen succes ten koste gaat van dat van de “collega’s-concurrenten” (de twee woorden staan inderdaad in spanning tot elkaar). Eveneens erg problematisch is de loskoppeling van enerzijds het aan de kaak stellen van individueel wetenschappelijk wangedrag, en anderzijds de fundamentele omvorming van de wetenschappen tot een knowledge economy, die de vector is van heel andere stimuli dan de collectieve productie robuuste, betrouwbare en gerectificeerde kennis. Veel meer dan met het niet-frauderen tegen de constraints van de wetenschappelijke praktijk, zijn de wetenschappers van vandaag bezig met de vraag hoe zij die constraints nog kunnen honoreren als het wetenschapsbeleid ermee tegenstrijdig blijkt.
Publication Date
2014
Citation Information
Serge Gutwirth and Jenneke Christiaens. "It’s the science policy, stupid! Over wetenschapsfraude als bliksemafleider" Panopticon. Tijdschrift voor strafrecht, criminologie en forensisch welzijnswerk Vol. 35 Iss. 4 (2014)
Available at: http://works.bepress.com/serge_gutwirth/109/